Weerstand | Mondholte | |||||||||||||||||||||||||
Voeding | Gewricht | |||||||||||||||||||||||||
Entingen | Suikerziekte | |||||||||||||||||||||||||
Parasieten | Overgewicht | |||||||||||||||||||||||||
Zelf eten
maken |
Nier | |||||||||||||||||||||||||
Diarree | Hart | |||||||||||||||||||||||||
Verstopping | Schijnzwanger | |||||||||||||||||||||||||
Braken | Epilepsie | |||||||||||||||||||||||||
Huid | Tumoren | |||||||||||||||||||||||||
Oog en Oor | Lever | |||||||||||||||||||||||||
Enting
Wat is een praktisch entadvies? Als we enten, doen we dit zonder dat de hond het merkt, door hem tegelijkertijd rauw vers voer aan te bieden. We denken dat stressvrij enten cruciaal is. Na de enting ontstoren we met Nux Vomica tinctuur, waarop informatie van de enting ‘overgezet’ is. 6 weken: parvo/hondeziekte of Titeren 12 weken: parvo of Titeren (zonodig ook hondeziekte en leverziekte) 16 weken: parvo of Titeren (zonodig ook hondeziekte en leverziekte) 1 jaar: parvo of Titeren (zonodig ook hondeziekte en leverziekte) Na 16 week Rabiës als een hond naar buitenland gaat Titeren Voor mensen die meer ‘op maat’ willen enten kan een titerbepaling gedaan worden. Deze wordt ten aanzien van parvo, CAV-2 en hondeziekte gedaan. Het beste is de titerbepaling 2 a 3 weken na de laatste puppyvaccinatie te laten doen. Als de titer (lees: weertand) hoog genoeg is, hoeft niet geënt te worden. Dr. Schultz, een toonaangevend immunologisch specialist zegt zelfs, dat als er maar een titer is (hoogte niet belangrijk), dit voldoende levenslange bescherming biedt, want er bestaan ‘vormen’ van weerstand die niet onderzocht kunnen worden (celgebonden weerstand). Dan om de drie jaar Parvo of Titeren en Rabiës voor buitenlandgangers (niet tegelijk!) Kennelhoest (Kc intranasaal) alleen bij honden die in opvang moeten Ziekte van Weil alleen bij ‘risicohonden’ als eigenaar hierop aandringt of als het opvangadres dit eist. Na 10 jaar in ieder geval niet meer vaccineren! Overwegingen De les die hieruit geleerd moet worden, is dat we als dierenartsen op de hoogte moeten zijn van wat we injecteren, wat de risico’s zijn en wat de kans is om de geënte ziekte tegen het lijf te lopen. Fabeltjes, die dierenartsen vertellen om hun zin door te duwen: - Lepto en Parvo kunnen NIET apart gegeven worden - De jaarlijkse Rabiës is ‘sterker’ dan de 1 per 3 jaar Rabiës Nog belangrijker: is het dier fit en gezond genoeg om te enten? We hebben vaak genoeg meegemaakt dat honden met chronisch allergische aandoeningen jaarlijks met de hele riedel door geënt zijn. Alleen maar gezonde dieren kunnen geënt worden. Dit betekent dat dieren met een chronisch allergisch huidprobleem of epilepsie bijvoorbeeld niet geënt kunnen worden, omdat enting een verergering van de symptomen kan oproepen. Soms wordt de enting gecombineerd met de jeukspuit. Dit is ongelooflijk onverantwoordelijk, niet alleen omdat de enting dan niet aanslaat, maar ook omdat je als dierenarts op deze manier de entstofziekte kan oproepen, en uitscheiders kan creëren. De combinatie van entingen, vlooienbehandeling en ontworming, alles tegelijkertijd uitgevoerd geeft teveel belasting van de jonge dieren en in aansluiting op een dergelijke ‘behandeling’, kan een ernstige reactie ontstaan. Jonge dieren hebben in ieder geval al veel stress door spenen, rantsoenwisseling, verplaatsen, tanden wisselen etc. Laat stressmomenten nooit samen vallen en spreidt lichamelijk belastende behandelingen zoveel mogelijk. Ook het enten van loopse, melkgevende of drachtige teven moet afgeraden worden. Het is onbekend wat voor effecten entingen op de lange termijn kunnen hebben. Alternatieven voor vaccinaties In sommige homeopathische kringen wordt beweerd, dat nosode’s op dezelfde manier werkzaam zijn als entingen. Nosode’s worden echter op een heel andere manier gemaakt en er is onvoldoende onderbouwing voor bovenstaande claim, hoewel er een onderzoek in Zuid Amerika is geweest met betrekking tot hersenvliesontsteking bij de mens, waarbij de ‘nosodegroep’ er beter vanaf kwam dan de ‘entgroep’. Ook was het geven van een leptospirose nosode na de typhone in Cuba in 2007, waarbij 2,7 miljoen mensen behandeld werden, zeer succesvol. De kosten bedroegen slechts een fractie van wat vaccinatie gekost zou hebben. Studies met parvo - en hondeziekte nosode’s leverden helaas geen positieve resultaten op. Het kan zijn dat het uitgangsmateriaal te beperkt is geweest (vaccin nosode i.p.v. de echte ziekteverwekker nosode). Goed onderzoek naar de werkzaamheid van nosode’s bij onze huisdieren zou zeer welkom zijn. Wat zijn de karakteristieken van de ziekten waar honden tegen geënt worden? Hondenziekte
Vaccinatie is eigenlijk een trucje om het immuunsysteem om de tuin te leiden. De vermomming lijkt op een ziekteverwekker, maar deze heeft geen ziekmakend (?)vermogen meer. Als het lichaam in aanraking komt met een aanvaller (‘antigeen’ in vakjargon), dan worden er antilichamen gemaakt, die fungeren als signaalstoffen om het antigeen te ontmaskeren als vreemd en vervolgens deze te vernietigen (door witte bloedlichaampjes, killercellen, macrofagen e.d.). Bij een vaccinatie wordt een verzwakt of gedood antigeen in het lichaam gebracht per injectie, via de mond (oraal) of via de neus (nasaal). De veronderstelling is dat de kunstmatig opgewekte weerstand ook zou beschermen tegen de echte ziekteverwekker. De fabrikanten gaan ervan uit dat de verzwakte antigenen zich niet kunnen veranderen in ziekmakende (‘virulente’). De verzwakking (‘attenuatie’) gaat via een bizar proces, waarbij virussen worden gekweekt (‘gepasseerd’) over een groot aantal cellijnen (kippenembryo’s, apenieren, konijnenbaarmoeder, hamsterweefsel, muizencellen). Omdat het virus het alleen maar goed naar zijn zin heeft in een hondenlichaam, wordt hij door deze andere diersoorten ‘verzwakt’. Verzwakte, levende vaccins zouden het beste werken. Soms echter, gaat deze efficiëntie ten koste van veiligheid. Bij humane vaccins is in ieder geval aangetoond dat er wel te veel ‘restvirulentie’ geregenereerd kan worden. Dit vooral als er meerdere vaccins aan een multivalent vaccin worden toegevoegd. Merial heeft een vaccinreeks (Purevax) die gedeeltelijk bestaat uit kleingemaakte delen (‘gefractioneerd’) van micro-organismen. Schadelijke virulentie zou hierdoor minder vlug voorkomen. ‘Gedode’ vaccins bestaan uit toxines, delen van bacteriën, hele cellen e.d. die met chemicaliën, straling of hitte zijn ‘behandeld’. Aan deze vaccins worden vervolgens nog tal van gifstoffen toegevoegd (phenol, formaldehyde, ethyleenglycol, methylparaben, gentamycine) als conserveringsmiddel. In de bovengenoemde lijst van hondenvaccins bevatten sommige chemische verbindingen. Dit zijn Thiomersal en Aluminium hydroxide. Thiomersal is een conserveringsmiddel en Aluminium hydroxide een versterker van de immuunrespons op het vaccin. Thiomersal Dit is een organische kwikverbinding, die zeer schadelijk voor zenuwweefsel is. Onlangs is bekend geworden dat Thiomersal in het BMR vaccin wel degelijk autisme bij kinderen kan veroorzaken. Een onderzoeker, die de regering in de V.S. moest adviseren over de toelating van het BMR vaccin, heeft vol schaamte toegegeven dat hij 12 jaar heeft gezwegen over het verband tussen BMR vaccinatie en autisme. Thiomersal is bij menselijke vaccins overigens niet meer toegelaten sinds 2004. Dit is ook het jaar dat Thiomersal als bestrijdingsmiddel in de landbouw is verboden omdat het is bewezen dat Thiomersal neurologisch, immunologisch, sensorisch, motorisch toxisch is Waarom, vragen we ons af, mag het nog wel toegepast worden in de Lepto en Rabiës vaccins bij onze huisdieren? Aluminium hydroxide Dit zwaar metaal veroorzaakt niet alleen maar cysten en granulomata op de plaats van injectie, maar is ook in verband gebracht met artrose en kanker. Bovendien leidt het tot relatief ernstige entreacties. Dr. Tomljenovic heeft dierstudie ’s verricht met betrekking tot aluminiumhydroxide en zij is tot de conclusie gekomen dat een (aangepaste) dosering bij muizen leidt tot autistisch gedrag. Zijn vaccinaties nodig? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden, omdat er geen gegevens zijn over het voorkomen van de ziektes waartegen geënt wordt. De eerder genoemde puppy’s uit Oost Europa zijn anekdotische ervaringen van dierenartsen. Deze schaarste aan gegevens leidt ertoe dat alle beslissingen over de noodzakelijkheid van vaccineren aan de vaccin industrie wordt overgelaten. En deze wil graag zoveel mogelijk dieren enten tegen zoveel mogelijk bedreigingen. We weten het gewoonweg niet. Dus het kan best zijn dat uw hond gevaccineerd wordt tegen ziekten die (hier) niet bestaan. Ook zijn er behoorlijke verschillen in kwaadaardigheid: rabiës en hondeziekte zijn dodelijk voor zowel puppy’s als oudere honden. Parvo is alleen voor puppy’s gevaarlijk. Kennelhoest is meer lastig als gevaarlijk. De noodzakelijkheid van een vaccin hangt ook af van het blootstellingsgevaar. Hondeziekte is niet inheems in Nederland. Pups uit Zuid – en Oost Europa vormen wel een risicofactor. Dit gaat dan niet om dieren die via stichtingen bemiddeld worden. Deze zijn vaak netjes geënt en hebben tijdelijk in opvang gezeten, vaak onder veterinaire controle. Het gevaar zit in de commerciële hondenhandel en – fokkerij uit deze landen, die pups naar Nederland brengen om aan argeloze (?)burgers (via internet) en winkels te verkopen. Controle hierop is lastig, maar het gaat een beetje ver om al onze 2,2 miljoen honden hiervoor elke 2 jaar met hondeziekte vaccin te enten? Indien u naar landen gaat met uw hond waar hondeziekte inheems (‘endemisch’) is, is een enting wel aan te raden. Rabiës komt (bijna) niet meer voor in landen van West-Europa. Mensen die hier aan rabiës overlijden zijn onveranderlijk in het buitenland gebeten door rabide honden of vleermuizen. Een geval van Rabiës bij een hond in Nederland in 2012 was een geïmporteerde pup uit Marokko. Verder heeft Nederland de meeste geregistreerde gevallen van rabiës bij vleermuizen van Europa. Deze hebben niet het ‘klassieke’ virus bij zich, maar andere varianten. Overigens zou de entstof tegen rabiës ook effectief zijn ten aanzien van de vleermuis ‘hondsdolheid’ (persoonlijke mededeling Centraal Veterinair Instituut) Rabiës is verplicht voor buitenlandgangers. Het vaccin van Intervet dat wij gebruiken hoeft maar eens in de drie jaar gebruikt te worden. Informeer bij uw dierenarts welk merk entstof gebruikt wordt en als hij deze nog niet heeft, verander dan naar een dierenarts die niet meer in de prehistorie leeft. In de V.S. zijn ‘challenge’ proeven gaande om te kijken of het niet voldoende is om eens per 5 of 7 jaar te enten. Deze proeven worden uitgevoerd door het “rabies challenge fund”. Het is een particulier initiatief om overenten met deze schadelijke entstof te vermijden. Wat dierenartsen en farmaceuten allang moesten doen, wordt nu opgepikt door gewone hondenbezitters. Wat ons opgevallen is, dat een vroege enting met Rabiës (op 3 maanden) aanleiding geeft tot onvoldoende titer (lees: weerstand). Het kan zijn dat een intensief geënte moeder, veel antistoffen via de melk meegeeft, waardoor deze het vroeg toegediende vaccin als het ware afbreken. Dus wachten we het liefst tot ongeveer 6 maanden, om de dure titerbepaling niet voor niets te laten uitvoeren. In dit licht moet ook afgeraden worden om te snel na elkaar te enten. Er kan nog ‘restweerstand’ van de vorige vaccinatie aanwezig zijn. Deze kan namelijk de huidige enting ‘afbreken’, zodat de enting minder effectief kan worden. De entverplichting voor grensoverschrijdende honden en katten in de EU is buiten proportie. Deze zou wel nut hebben als gereisd wordt in gebieden van Europa waar hondsdolheid ‘endemisch’ is zoals Roemenië. Of als honden uit Roemenië onze kant op komen. De ‘nevenschade’ is simpelweg te groot. Rabiës entstof is agressief, met een conserveringsmiddel dat neuro toxische effecten heeft en een adjuvans dat artrose en kanker veroorzaakt en een reële kans op vaccinosis oplevert. Rabiës entstoffen met aluminium als adjuvans kunnen agressieve tumoren op de plaats van injecteren veroorzaken. Een andere agressieve entstof met een schadelijke hulpstof (Thiomersal) is Leptospirose. Het voorkomen van leptospirose bij honden is nog schimmiger als bij andere ziekten. Het is namelijk niet melding plichtig zoals rabiës. Bij het VMDC (faculteit) worden jaarlijks 10 gevallen van leptospirose gediagnosticeerd. Dit betekent dat er in het ingezonden bloed 10 keer leptospiren zijn gevonden? En er worden jaarlijks 30 mensen in Nederland gediagnosticeerd met ‘Weil’. Mensen worden niet gevaccineerd voor de ziekte van Weil, ook niet de groep die tot de risico sector behoren (jager, veehouders, dierenartsen, rioolwerkers, jachtopzieners) De volgende serovars kunnen bij honden voorkomen: L. bratislava, L. canicola, L. grippotyphosa, L. icterohaemorrhagiae, L. pomoma, L.saxkoebing en L. sejroe. In de meeste vaccins zit alleen Canicola en Icterohemorrhagiae. Alleen in de L4 van Intervet zijn nog Australis en Grippotyphosa toegevoegd. Van de ziektegevallen blijkt de Icterohemorrhagiae te overheersen. Hier wordt de meeste virulentie aan toegeschreven. Ook bij de mens. Deze wordt overgedragen door de bruine rat die overal voorkomt. Mens en hond worden besmet door het zwemmen in water, waar besmette ratten in urineren. De leptospiren voelen zich het beste thuis in warm water, als de blauw alg, botulisme, de coli’s en salmonellae het zwemmen toch al niet fris maken. De Canicola, die alleen bij honden voorkomt, neemt in betekenis af. Over de andere serovars weet men door epidemiologisch onderzoek wel dat ze voorkomen, maar niet hoe gevaarlijk (~ virulent) ze zijn. De extra serovars in de L4 hebben wilde dragers die zeer schaars of niet in Nederland voorkomen. Dr. Schultz schat het overlijdensrisico ten gevolge van leptosopirose laag in. Zelf woont hij in een ‘risico’ gebied en laat zijn eigen honden niet enten. Dus als we hier (zoals een verzekeringsagent) het infectie risico gaan inschatten tegenover het schade risico van overenten, dan zijn de volgende overwegingen belangrijk om een goede keuze te maken:
In Nederland zijn hier weinig gegevens over. In Engeland is dit wat beter geregeld. Daar hebben ze het ‘Suspected Adverse Reactions Surveillance Scheme’ (SARSS). Dierenartsen, eigenaren en veehouders maken hiervan gebruik door elke bijwerking van wat voor medicijn dan ook te rapporteren. Van alle entingen die een dubieuze bescherming bieden, springt de Leptopsirose er in negatieve zin uit. Dit werd getest in een zogenaamde challenge proef. De opzettelijk besmette honden werden ziek en veel honden bleven via de urine smetstof uitscheiden. De ziekteverschijnselen waren overigens wel milder dan bij de ongevaccineerde groep. Van Parvo entingen zijn ook veel doorbraken gerapporteerd en van alle, tegen Rabiës gevaccineerde honden zal 3% toch besmet kunnen worden. In de tijd dat nog met levend Rabiës virus werd geënt, kregen de honden ook daadwerkelijk klinische hondsdolheid. Onze ervaring met entingen tegen kennelhoest zijn niet onverdeeld gunstig omdat er zoveel doorbraken op zijn. De injecteerbare vorm is onzes inziens waardeloos. De enting, die in de neus gaat (intranasale enting), geeft als snel een redelijke bescherming, maar dan wel van korte duur (ongeveer drie maanden). Dus als uw hond in opvang gaat, adviseren we de ‘intranasale vorm’ ongeveer 14 dagen voordat uw hond geplaatst wordt. Het jaarlijks geven van de kennelhoest enting, zonder dat de hond binnen korte tijd na de enting in opvang gaat, is overbodig. Hoe veilig zijn de entingen? Om kort te gaan: weten we eigenlijk niet. Het eerder genoemde SARSS rapportage systeem onderkende wel dat er relatief veel klachten over vaccinaties binnekomen, vergeleken met andere geneesmiddelen. In Zweden is dit % het hoogst. Hier waren de vaccinaties verantwoordelijk voor bijna 50% van de klachten. De officiële lezing over de bijwerkingen van vaccins lijkt mee te vallen: slechts 4 gevallen per 100.000 entingen. Maar, net zoals bij de mens, deze vrijwillige rapportage is altijd een onderrapportage. Men schat dat slechts 1 - 10% van de bijwerkingen wordt gerapporteerd. Ook zullen veel eigenaren ( en dierenartsen) het verband niet leggen tussen bijvoorbeeld het ontstaan van jeuk en de enting die 2 maanden geleden gegeven is. Een rekensommetje Onze hondenpopulatie is 2,2 miljoen. ¾ hiervan wordt gevaccineerd. Dus dat zijn 1,6 miljoen en hiervan wordt 0,004% een bijwerking gerapporteerd. Dit zijn 64 honden per jaar. Als er een geschatte onderrapportage is van 1 tot 10%, dan kunnen dat 640 tot 6400 honden per jaar worden. De bijwerkingen gerubriceerd: 1. Huidreacties (53%) 2. Maag/darmstelsel (26%) 3. Longen/hart (14%) 3,5 % van de bijwerkingen zijn zo ernstig dat ze fataal werden Rassen die het meest gevoelig zijn voor bijwerkingen:
Nog iets over enting tegen de ziekte van Lyme. Er is onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing om deze enting breed te gaan inzetten. In de meeste gebieden in Nederland is de infectiegraad (dus niet ziekte!) laag. Hiervan wordt 3 tot 4 % ziek. Dus het is verstandiger om op andere manieren tekenpreventie toe te passen (Scalobor tekenband, Bugshield). De enting is niet zonder bijwerkingen en heeft slechts een effectiviteit van 60 a 70%. Bij entingen terwijl de hond al Lyme heeft, worden de symptomen versterkt (Dr. Schultz). De ernstigste bijwerkingen De lange lijst van ernstige bijwerkingen is in tegenspraak met de claims die op de bijsluiter vermeld staan. Vaak (Intervet) wordt er niet meer vermeld dan: ‘sloomheid, lichte verhoging, zwelling op injectieplaats en anafylaxie. Deze zijn allemaal van voorbijgaande aard’. 1. Schade aan het immuunsysteem, zodanig dat het lichaam zelf wordt aangevallen (auto-immuunziekte). Verzwakte hondenziekte vaccins worden in relatie gebracht met een aandoening, waarbij rode bloedcellen en bloedplaatjes worden aangevallen (IMHA resp. IMPT).De moleculaire verwantschap met het mazelenvaccin maakt deze verdenking nog groter, omdat de humane BMR vaccinatie heeft geleid tot gevallen van IMPT. Ook parvo vaccinatie is in verband gebracht met IMHA. Het Rabiës vaccin is in verband gebracht met een aandoening waarbij antilichamen zenuwweefsel aanvallen (polyradiculoneuritis). De structuur van eiwitten in zoogdieren en micro-organismen verschillen niet zo heel veel. Er is zelfs sprake van gedeelde antigeniciteit. Dus de afgedode of verzwakte micro-organismen in het vaccin kunnen op zich al leiden tot autoimmuniteit. Van Gardasil is inmiddels bekend dat het een verhoogde kans oplevert voor het krijgen van MS (Tomljenovic). 2. Overgevoeligheid en anafylaxie Shering- Plough heeft een congres gehouden in 1999, waarin verklaard werd dat gadjuveerde vaccins en vaccins met veel vreemd eiwit (zoals Leptospirose) verantwoordelijk zijn voor de meeste shock achtige verschijnselen na enting. Zoals eerder gezegd worden, om entstoffen te maken, virussen gekweekt op orgaanweefsel. Eiwitten uit dit kweekmateriaal kunnen ongewenst in het vaccin komen. Zo kunnen nier – of schildklier eiwitten antistoffen oproepen, waardoor eigen lichaamsweefsel wordt aangevallen (auto-immuunreactie). Zou dit de reden zijn waarom we bij katten zoveel nier – en schildklier problemen zien? Bij medische experimenten werden Beagle’s veelvuldig geënt, juist om ze allergisch te maken!! 3. Hoornvlies oedeem (‘blue eye’) Vroeger werd dit relatief vaak gezien na de toenmalige CAV-1 vaccinatie. Deze gaven ook vaak complicaties zoals nierstoornissen, vaatvliesontsteking in het oog (‘uveititis’). Maar ‘blue eye’ wordt ook gezien na CAV-2 vaccinaties. Pfizer merkt hier zelf over op: ‘given this history veterinarians may want to approach new live coronavaccines with caution’ 4. Gewrichtsproblemen Deze komen het vaakst voor als bijwerking. Meer dan 5% van de rapportages betrof poly-artritis en in 9% kreupelheid. In veel gevallen wordt de polyartritis in verband gebracht met combinatie vaccins. Immuungemedieerde polyartritis en amyloidosis met levende vaccins. Ook zijn groeipijnen (hypertrofische osteodystrofie) worden gemeld. 5. Honden ME (Myalgische Encephalitis) Dit is de canine vorm van het vermoeidheidssyndroom. Dit lijkt vooral een probleem te zijn als hondeziekte gecombineerd wordt gegeven met CAV stammen (zoals bij de ‘cocktail’). En ook Rabiës ontbreekt hier ook weer niet. 6. De ziekte zelf of een gemuteerde vorm Dit is in het verleden gezien bij verzwakte entstoffen: katteziekte, CAV-1 en Rabies. De reden waarom in de UK geen rabiës geënt mag worden (behalve als je naar het buitenland gaat) is misschien de angst voor revirulentie. Een analyse van case studies (Canine Health Concern) van meer dan 3800 geënte honden liet zien dat relatief veel gezondheid problemen ontstonden in een korte periode na de enting. Dit ligt rond de 66% binnen 3 maanden na vaccinatie. Dit is ruim het dubbele van wat statistisch verwacht had kunnen worden. En 49% van de vermelde aandoeningen ontstonden binnen één maand na vaccinatie. Hierbij zijn ook gedragsproblemen inbegrepen. Aandoeningen (%) binnen 3 maanden na vaccinatie:
Naar aanleiding van bovengenoemd onderzoek heeft de Purdue Universiteit in Indiana (V.S.) gevonden dat routinematig geënte honden auto-antilichamen ontwikkelen tegen een groot aantal honden weefseltypes (o.a. collageen en DNA!). Niet-geënte honden hadden deze afwijkende, verkeerd gerichte, antilichamen NIET. Auto-antilichamen tegen collageen kunnen heel goed verklaren waarom honden zo snel na vaccinatie mobiliteits problemen hebben. Het komt in de praktijk in ieder geval regelmatig voor dat honden na een enting gaan jeuken of paarden hun manen eraf gaan schuren. |
|
|||||||||||||||||||||||||
Back to HP | Dierenartsenpraktijk Bio
Mentor Broekhem 65 6301HE Valkenburg tel+31-43-6011418 info@biomentor.org |
|||||||||||||||||||||||||